Zaden oogsten uit eigen tuin
Het wordt tijd om zaden te oogsten. Het kost weinig tijd en het levert je veel op; namelijk volgend jaar opnieuw genieten van geur en kleur. Veel planten hebben een enorme groeikracht. Vanuit zo’n klein zaadje, in een seizoen, groeien naar een volwassen plant. Tenminste, dat geldt voor de eenjarigen. Zij moeten wel tot volle wasdom komen, anders kunnen ze geen nakomelingen produceren. Tweejarigen, vaste planten en houtachtige gewassen doen er langer over. Pluk de zaden alleen als ze echt rijp zijn, vaak zijn ze dan donker gekleurd. Als ze rijp zijn komen ze los uit het omhulsel, dát is het juiste tijdstip! Wacht dan niet te lang anders zijn ze al meegenomen door de wind of op de grond gevallen. Pluk het liefst bij droog weer, je kunt de losse zaden plukken maar ook de hele zaadbol, dat gaat vaak veel makkelijker. Doe ze in een papieren boterhamzakje en vergeet niet de naam te noteren. Laat het zakje een paar dagen staan zodat de zaden goed kunnen nadrogen. Maak het zakje nog niet dicht. Als de zaden goed gedroogd zijn kan je het boterhamzakje dichtmaken en opbergen in een goed afsluitbare emmer of trommel. Donker, koel en droog bewaren geeft de meeste kans op succes volgend jaar.
Op de foto zie je een zaadhoofdje van Dipsacus fullonum, Grote Kaardebol. Onderin het zakje zie je de zaadjes die eruit gevallen zijn. Deze tweejarige plant trekt veel insecten aan, onder andere honingbijen, hommels en vlinders. Met een exemplaar heb je al een nectarrestaurant. Daarnaast heeft de kaardebol een mooi wintersilhouet en komen in de herfst en winter veel vogels op de zaden af, voornamelijk de groenling en het puttertje. Het puttertje wordt ook wel distelvink genoemd, vraag me niet waarom;)